Timing is alles! Wanneer klik je naar de volgende slide?

Vind je jouw slides best OK, maar krijg je niet de volle aandacht van je publiek? Misschien ligt het wel aan je timing. De kans is groot dat je te snel klikt.

Te snel klikken? Veel sprekers springen naar hun volgende slide, nog voordat ze die hebben aangekondigd. Het publiek leest dan meteen wat er op de slide staat, in plaats van de uitleg af te wachten. Gelukkig kan het anders, door iets langer te wachten met klikken. Je zult versteld staan van het resultaat.

Waarom klikken we te snel?

We klikken te snel omdat we slides gebruiken als spiekbriefje.

Ga jij ook naar de volgende slide om te weten wat je moet vertellen? Het probleem is dat, wanneer jij leest wat er op je slide staat, het publiek meeleest. En wanneer jij dan begint te spreken, het publiek al naar de volgende slide wilt gaan.

Hoe dan wel? Ze moeten eerst luisteren, dan pas kijken.

Je slides moeten het ritme van jouw uitleg volgen, en niet omgekeerd. Dat betekent dat je pas de slide toont, wanneer je erover vertelt. En niet eerder.

Waarom? Omdat je slide niet dient als geheugensteun voor jou, maar om het gemakkelijker te maken voor jouw publiek om je verhaal te volgen.

De juiste volgorde is dus:

Ze luisteren eerst naar jou en kijken dan naar de slide.

En niet: eerst naar de slide kijken, want dan zijn ze afgeleid en luisteren niet meer.

Maar hoe weet jij dan wat je moet vertellen?

Om als spreker te weten wat je moet vertellen, kan je de volgende dingen doen:

  1. Oefen vooraf. Om te weten wanneer je moet klikken om naar je volgende slide te gaan, moet je weten wat er op je slides staat. Veel sprekers geven de indruk hun slides voor het eerst door te nemen wanneer ze al voor het publiek staan. Dus, vooraf nog even oefenen.
  2. Heb je toch een spiekbriefje nodig? Dat mag, maar gebruik daar je slides niet voor. Schrijf kernwoorden of de structuur van je presentatie op kleine fiches, zodat je ernaar kunt grijpen als je even de draad kwijt bent. Zet enkel op je slide wat nuttig is voor je publiek.
  3. Gebruik presentatorweergave. Zo kan je op jouw laptopscherm zien wat er op de volgende slide staat. Erg handig om af en toe te spieken. Geen idee waar je presentatorweergave vindt in PowerPoint? Ga naar ‘Diavoorstelling’ en klik op ‘Weergave voor presentator’.

Je weet nu dus dat je niet te snel naar je volgende slide moet gaan.

Maar eens je op die slide bent moet je er ook voor zorgen dat je niet alles meteen toont.

Toon de inhoud van je slide stap voor stap, met animatie!

Wat gebeurt er als je alle info op de slide meteen toont? Dan leest het publiek meteen alles. Zelfs al vraag je hen om dat niet te doen. Waarom? Omdat het een automatisme is. Als er een slide voor ons staat, kijken we ernaar.

Dus ook hier moet jij het ritme aangeven. Pas als je over een item begint te praten, mag je het tonen.

Daarom is de animatie-functie erg handig. Daarmee laat je de tekst of afbeeldingen stap voor stap op het scherm verschijnen.

Twee belangrijke aandachtspunten:

  1. Kies voor subtiele animatie, zoals ‘vervagen’. Ronddraaien, oprollen, of stuiteren is echt niet nodig.
  2. Gebruik een slidewisselaar, zodat je vanop afstand subtiel kunt klikken. Anders hang je vast aan je laptop.

En wat als je een klikallergie hebt?

Je kunt het ook zonder slides doen. Dan hoef je helemaal niet te klikken. En iedereen luistert naar jou. Tenminste, als het boeiend is.

Of je doet het met veel minder slides, en je wisselt af met een zwarte slide. Zo’n zwarte slide gebruik je als je de volle aandacht van je publiek wilt en er niets is om op het scherm te tonen.

Dus onthoud voor je volgende presentatie: het zijn niet de slides die het ritme aangeven, maar de slides die jouw ritme moeten volgen.

Honger naar meer?