Waarom er morgen sprinkhanen op je bord zullen liggen

De Universiteit van Luik nodigt me uit om een workshop over PechaKucha te geven. De afdeling Gembloux Agro-bio Tech wil de presentatievorm van 20 slides en 20 seconden toepassen tijdens een onderzoeksdag.

Om de workshop voor te bereiden ga ik op zoek naar een voorbeeld van onderzoek. Op de website van de universiteit vind ik het bericht ‘L’entomophagie en photos’.

Entomofagie. Nooit van gehoord? Ik ook niet. Ik vraag me af hoeveel personen op de campus van Gembloux weten wat entomofagie betekent.

Moest iemand me uitnodigen op een presentatie over entomofagie, ik zou m’n kat sturen. Jammer, want wanneer ik verder lees blijkt het bijzonder interessant te zijn.

Als onderschrift bij de foto staat er: ‘Hoe 9 miljard mensen voeden in 2050? De onderzoekers van Gembloux Agro-Bio Tech zetten in op entomofagie!’

Een presentatie met als titel ‘Hoe 9 miljard mensen voeden in 2050?’ zou me wel prikkelen. De vraag lijkt me zeer relevant en ik ben benieuwd naar het antwoord.

Een paar clicks verder ontdek ik dat entomofagie gaat over insecten eten. Insecten zijn zeer voedzaam en vormen een milieuvriendelijk alternatief voor de consumptie van vlees.

Nu ben ik helemaal mee. In Mexico proefde ik sprinkhanen. Geroosterd kan je ze daar op de markt of op straat kopen. Ik hoor het lijfje van de sprinkhaan nog crispen wanneer ik er mijn tanden in zet.

Of ik een presentatie zou bijwonen met als titel ‘9 miljard mensen voeden met sprinkhanen’? Zeer zeker.

Wat kunnen we leren van de sprinkhanen?

1. Focus op ‘waarom?’. Pas als je publiek inziet dat je onderzoek van belang is, wil het weten wát je hebt gedaan en hoe. Jouw verhaal moet dus eerst en vooral relevant zijn voor jouw publiek.

Weinigen zullen interesse hebben in de voedingswaarde van een sprinkhaan. Dat verandert wanneer je erbij vertelt dat die zespotigen morgen de mensheid zullen voeden.

2. Spreek mensentaal. Presenteren gaat over verbinden. Je moet een verbinding kunnen maken met het publiek. Dat kan alleen maar wanneer het publiek je begrijpt.

3. Wees concreet. Bij ‘insecten’ kan ik me iets voorstellen, maar voel ik nog niets kriebelen. Spreek je over ‘sprinkhanen’ of ‘mieren’, dan tintelen mijn vingers wel.

Je zult zeggen: ‘9 miljard mensen voeden met sprinkhanen’ is niet correct, want het gaat niet enkel over sprinkhanen, maar over insecten in het algemeen. Juist, maar een titel dient om mensen aan te spreken, niet om exact te zijn. De precieze info geef je nadien in de presentatie.

Wil je echt innovatief zijn? Haal dan mieren en sprinkhanen in huis. Nodig je buren en familie uit rond de tafel. Eenmaal de beestjes in de mond mag je praten over entomofagie.

(foto: Celso Pinto, V8 op www.sxc.hu)