Een luie onderzoeker zet veel tekst op zijn slides

Eén van de redenen waarom onderzoekers onze tips niet altijd durven toepassen, is omdat ze denken dat het maar lui overkomt. Eén foto op de slide in plaats van een heleboel tekst? Ze denken dat hun promotor of collega’s zullen reageren met ‘Je hebt je er echt wel gemakkelijk van afgemaakt hé? Gewoon een foto op de slide gezwierd.’

Dat is natuurlijk niet waar.

Integendeel. Het kost veel meer moeite om je gedachten duidelijk te formuleren en een goede foto te zoeken. Je resultaten uit een paper copy/pasten op een slide is net veel gemakkelijker. Waar komt die schrik dan vandaan? Misschien omdat het niet vaak wordt gedaan in de onderzoekswereld?

Laat ons gewoon een aantal voorbeelden nemen die illustreren hoe krachtig minder tekst kan zijn. Met een slide over allergie aan (pollen van) berkenbomen bijvoorbeeld.

Vraag je bij bovenstaande slide eens af: wat kan de onderzoeker hierover vertellen? Waarschijnlijk zal hij zeggen dat:

  • meer dan 10% van de Belgen allergisch zijn aan berkenpollen,
  • dat ze naast medicatie ook preventieve maatregelen kunnen nemen,
  • ze dan wel correcte informatie moeten krijgen over de verspreiding en juiste waarschuwingen over pollen die eraan komen.

De onderzoeker herhaalt dus gewoon wat er al op de slide staat. En waarschijnlijk herhaalt hij het nadat de mensen het al van de slide hebben kunnen lezen.

Dat maakt het voor je publiek moeilijk om aandachtig te blijven. Het is gewoon slaapverwekkend.

Een veel betere optie is om de tekst te schrappen en enkel een foto van berkenbomen te plaatsen.

De onderzoeker kan er dan zelf bij vertellen dat meer dan 10% van de Belgen allergisch zijn aan berkenpollen, dat ze preventieve maatregelen kunnen nemen, maar dat ze dan wel correcte informatie moeten krijgen.

Deze aanpak heeft verschillende voordelen:

  1. Jij presenteert, niet PowerPoint. De mensen moeten wel naar je luisteren als ze willen weten waar het over gaat. Ze kunnen het niet meer lezen.
  2. Je herhaalt jezelf niet. Want als je letterlijk zegt wat er geschreven staat, is het echt wel dubbel op.
  3. Je slides worden rustiger en beter te verwerken.

Toch een beetje tekst?

Moet je dan alle tekst uit je presentatie schrappen? Natuurlijk niet. Dat is vaak niet werkbaar: je wil immers grafieken, tabellen en een aantal kernwoorden op je slide zetten die als kapstok dienen.

Maar wees bewust van de tekst die je op je slides zet: veel ervan is overbodig en vaak kan je het alleen met een afbeelding doen, eventueel aangevuld een paar extra kernwoorden.

Zo bijvoorbeeld:

Dan kan je vertellen: “Dit zijn berkenbomen. Wist je dat meer dan 10% van de Belgen allergisch zijn aan de pollen die ze produceren? Naast medicatie kunnen die mensen gelukkig ook preventieve maatregelen nemen, maar dan moeten ze wel correct en op tijd geïnformeerd worden over de aanwezigheid van de pollen.”

Is dit dan de luie optie?

Nee. Integendeel! De aanpak waarbij je bewust tekst schrapt en met afbeeldingen werkt, is zelfs uitdagender: je kan niet meer rechtsreeks aflezen van de slides en je moet steviger in je schoenen staan. Het is net gewaagd om het te doen met enkel een foto, al dan niet aangevuld met een beetje tekst.

Nog een voorbeeldje om af te ronden. In onderstaande slide wordt een experiment beschreven. Op de slide staat de uitleg van een meerjarige compostproef. Zelfde verhaal: de onderzoeker zal exact vertellen wat er op de slide staat.

Beter is om het zo te doen en de rest gewoon te vertellen:

Je publiek zal bij deze aanpak langer aandachtig blijven dan bij het origineel én je belangrijkste boodschap zal beter blijven hangen.

Laat je dus niet langer wijsmaken dat een presentatie met veel foto’s en weinig tekst de luie optie is, want dat is het zeker niet.

Conclusie

  • Is het lui om tekst te schrappen? Nee.
  • Is het meer denkwerk? Ja.
  • Levert het betere presentaties op? Ja.
  • Waarom doen onderzoekers het dan niet? Daar is verder onderzoek voor nodig.

PS: Bedankt aan Willem Verstraeten van het KMI en Joris De Nies van het Proefstation voor de Groenteteelt, twee absoluut niet luie onderzoekers wiens slides ik voor jullie mocht gebruiken en herwerken ter illustratie.

PS2: Iemand maakte de waardevolle opmerking dat meer tekst soms een toegevoegde waarde kan zijn bij een internationaal publiek, zeker als het Engels van de spreker wat gebroken is, kan het een hulpmiddel zijn om de presentatie toch te volgen. Dat helemaal waar! Maar ook daar raden we aan om met kernwoorden te werken, eerder dan met zinnen. In onze workshops spreken we al eens over ‘een maximum van 20 woorden op een slide’. Daar kan je al heel wat mee.