Een techniek die voor alles goed is
Voldoende water drinken. Het helpt om afvalstoffen uit te scheiden, je lichaamstemperatuur te regelen, je beter te concentreren… De magische oplossing voor alle kwaaltjes, daar lijkt water drinken toch op.
Wanneer je presentaties geeft is er ook iets dat alleen maar goede effecten heeft. Enig idee wat?
Het antwoord: vragen stellen. En dan vooral retorische vragen. Dat zijn vragen waarop het publiek niet hoeft te antwoorden. Zoals ‘Enig idee wat?’ Dat is een retorische vraag.
Voor welke kwaaltjes helpen retorische vragen dan? En hoe kun je ze gebruiken in je presentatie? Geef me vijf minuutjes en ik leg het je uit.
Hartkloppingen door stress
Hoe voel je je meestal tijdens de eerste seconden van je presentatie? De kans is groot dat je ademhaling versnelt, je hart als een bezetene aan het pompen is en je snakt naar adem.
De oplossing? Start je presentatie met een retorische vraag. Zoals ‘Ken jij het spreekwoord: één rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand?’
Waarom is het een goed idee om te starten met een retorische vraag? Omdat je na de vraag enkele seconden stilte moet laten, zodat je publiek even kan nadenken. Die paar seconden gebruik jij om op adem te komen. Je zult merken dat je stress wegebt.
Monotone stem
Niets zo slaapverwekkend als een spreker die de hele tijd op dezelfde toon praat. Hoe zorg je voor afwisseling? Door retorische vragen te stellen. Zoals: ‘Maar hoe kwamen we op dat idee?’
Door een vraag te stellen verander je automatisch van toonhoogte en prikkel je het publiek om te blijven luisteren.
Presentatierush
Jij kent je inhoud door en door, maar voor je publiek is het meestal nieuw. Dat betekent dat ze tijd nodig hebben om je boodschap te begrijpen. Als je dan als een tornado doorheen je presentatie raast, blijft er op het einde weinig hangen.
Retorische vragen helpen om even halt te houden, voordat je het publiek meeneemt naar de volgende stap. Vraag bijvoorbeeld ‘Hoe komt het dat er nog geen oplossing voor bestaat?’
Slaapverwekkende monoloog
Soms lijkt het alsof de spreker tegen zichzelf praat. Het gaat dan over ‘Ik ben …’, ‘Mijn job is …’, ‘In dit project heb ik …’ Zo’n monoloog creëert afstand.
Wat gebeurt er als je van bij de start retorische vragen stelt, zoals ‘Wat zou jij doen als je te horen krijgt dat je nog maar 24 uur te leven hebt?’ Dan zet je het publiek aan tot reflectie en geef je hen het gevoel dat je mét hen communiceert. Ze zullen nadien ook sneller zelf een vraag stellen.
En nu is het aan jou
Neem je eigen presentatie er even bij. Bij je start kan je sowieso een retorische vraag stellen. Ga dan even na waar er in je verhaal overgangen zijn, bijvoorbeeld waar je uitlegt hoe je een bepaald probleem zou oplossen. Bij zo’n overgang is het nuttig om een retorische vraag te stellen.
In het begin vergt het wat oefening om regelmatig een vraag te stellen, maar na een tijdje zal je het spontaan beginnen doen.
Vragen stellen is dus zoals water drinken: het helpt tegen alle kwaaltjes, maar doe het met mate. Wist je trouwens dat regelmatig een slokje water nemen tijdens je presentatie je stembanden in topvorm houdt?
Willen jij en je team niet alleen leren hoe je retorische vragen het best gebruikt, maar ook hoe je presenteert met impact? Laat het ons weten!