Dit zeg je beter niet tijdens een presentatie

Als presentator heb je maar een paar woorden nodig om de mist in te gaan. Is je dat al overkomen? Het moment waarop je denkt ‘Damn! Waar zit die undo-toets?’. Of erger: ‘Wie kan me nu meteen de Houdini’s verdwijntruc aanleren?’

exukqaf3ei8-mikael-kristenson2Ik verzamel foute uitspraken van presentatoren (en ja: het is beroepsmisvorming…). De meest voorkomende deel ik hier met jou.

Je zult lachen bij sommige uitspraken, omdat ze herkenbaar zijn. Maar ik deel ze in de eerste plaats om je de kans te bieden ze te verbannen uit je eigen repertoire. Ik heb ze opgedeeld per thema en zeg er ook bij waarom ze fout zijn (voor het geval je er niet zelf zou opkomen).

Timemanagement

  • ‘Ik zal sneller moeten gaan.’
  • ‘Oei, de tijd vliegt. Eigenlijk heb ik drie uur nodig om alles te vertellen.’
  • ‘I will skip this.’
  • ‘Ik ga het kort houden …’ (en het dan niet doen)

Als spreker ben jij verantwoordelijk voor de tijd. Jij weet hoeveel tijd je krijgt en jij moet ervoor zorgen dat je jouw verhaal op die tijd verteld krijgt. Heb je meer te vertellen? Kan best, maar leer focussen. Als je maar vijf minuten krijgt is het onbeschoft om er vijftien in te pikken.

Leesbare slides

  • ‘Je kan dit niet lezen, maar …’
  • ‘Is deze slide leesbaar?’

Het antwoord op deze laatste vraag is ‘Nee!’. Op je computerscherm is de tekst leesbaar, maar niet voor de mensen achterin de zaal. Hoe groot moet de tekst op je slides dan zijn? Minstens puntgrootte 24 (bij een lettertype zoals Arial). En ja, ook bij grafieken.

Volle slides

  • ‘Maak je geen zorgen, ik ga niet de hele slide voorlezen.’
  • ‘Ik weet dat het een grote tabel is, maar ik zal één onderdeel behandelen.’

Waarom prop je de slides dan vol tekst? Less is more. Slides dienen om jouw mondelinge verhaal te ondersteunen. Zet nooit meer dan 20 woorden op je slide. Wat je niet behandelt schrap je. Je maakt desnoods een aparte hand-out-versie met bijkomende info.

Opsommingen

  • ‘Ik werk altijd met tien punten, dat is didactisch het beste.’

Er is didactiek en er is didactiek. Niemand kan zomaar tien punten onthouden. Dat is te veel. Gebruik drie punten. Of nog beter: één.

Excuses

  • ‘Sorry voor de slechte (slide, foto, grafiek …)’
  • ‘Ik heb eigenlijk geen tijd gehad om dit voor te bereiden.’
  • ‘Normaal zou ik deze presentatie niet geven, maar ik moest inspringen voor mijn directeur.’

Ofwel geef je een presentatie en doe je het goed, ofwel geef je er geen. Jezelf verontschuldigen omdat je een slechte presentatie geeft, is hetzelfde als zeggen ‘Sorry, beste mensen, voor het nutteloos verspillen van uw tijd en energie’. Heb je weinig tijd om je presentatie voor te bereiden? Doe het dan zonder slides en oefen je mondelinge verhaal.

Nog eentje:

  • ‘Deze presentatie is inhoudelijk zeer belangrijk. Daarom let ik even minder op de communicatieprincipes.’

De persoon bedoelt dat de regels van helder en overtuigend presenteren dienen als opsmuk, voor als je nog wat tijd over hebt. Maar precies bij belangrijke presentaties is het een must om veel aandacht te geven aan de communicatieregels, want je wilt toch dat het publiek je boodschap begrijpt en er iets mee doet?!

‘Off the record’-uitspraken

  • ‘My English is really bad.’
  • ‘Ik ben zo nerveus.’

Presentatoren laten zich, net voor hun presentatie, nog een dergelijke uitspraak ontglippen. Maar weet dat je jouw eerste indruk al maakt vanaf het moment dat je in beeld bent. Dat is meestal voordat je op het podium staat. Een spreker die aangeeft niet voorbereid te zijn, nauwelijks Engels te spreken of gierende zenuwen te voelen, geeft een slechte indruk. Volg beter de raad van Amy Cuddy en doe uit het zicht van de deelnemers een ‘power pose’, zodat je met meer zelfvertrouwen kunt starten.

Vragen

  • ‘Geen vragen? Niemand durft.’
  • ‘Geen vragen? Dan was alles duidelijk!’ (+ brede glimlach op het gezicht van de presentator)

Fout! Geen vragen betekent dat het publiek er niets van begrepen heeft of de presentatie saai vond. Bij een heldere en boeiende presentatie popelt het publiek om er meer over te weten. Hun vingers schieten de lucht in bij de vragenronde.

Veronderstellingen

  • ‘Iedereen kent wel de tv-serie (naam van de serie)’

Wees voorzichtig met ‘iedereen-kent-wel’-uitspraken. Want hoe voel je je als je het niet kent? Dom. En dat is niet de beste manier om een publiek te overtuigen. Het is veiliger om te zeggen: ‘Ken je de tv-serie (naam van de serie)?’, waarna je kort uitlegt waarover het gaat, zodat iedereen kan volgen.

Ken je nog andere foute uitspraken tijdens presentaties? Zet ze onderaan bij de comments. Denk eraan: geen excuses meer bij je volgende presentatie!