Beter leren presenteren: ‘Kan niet!’
Mijn neefje van tien moet een presentatie geven op school. Zijn mama raadt hem aan om eens met mij te praten. Als thema heeft hij gekozen voor Mindstorms, een Lego waarmee je robots kunt bouwen.
‘Klinkt interessant,’ zeg ik. ‘Zal je de robot ook tijdens de presentatie tonen?’
Mijn neefje kijkt weinig enthousiast: ‘Dat leidt de kinderen te veel af.’
‘Dat is toch net de bedoeling?’ antwoord ik verrast. ‘ Je presentatie gaat net over die robots. De kinderen willen zien hoe het werkt.’
‘Dat gaat niet zomaar,’ reageert hij, ‘want die Lego is heel duur. Op school hebben we het wel, maar dat gaan ze me niet zomaar meegeven.’
‘En als je nu uitlegt aan de juf dat het voor je presentatie is, en dat je er zeer goed zorg voor zult dragen?’ probeer ik nog.
We zullen elkaar volgende week opnieuw zien. ‘Breng dan je computer mee, zodat we samen de presentatie kunnen bekijken’, stel ik voor.
‘Dat kan niet,’ zegt mijn neefje, ‘want we mogen de computer niet meer naar huis nemen.’
‘En de presentatie per e-mail versturen?’
‘Nee, want we mogen niet mailen op school.’
Ik probeer nog een laatste keer: ‘Kan je niet vragen aan je juf om dat ene bestand door te mailen? Daar kan ze toch niets op tegen hebben?’
Dat dacht ik maar: ‘Dan zal de juf denken dat ik de presentatie niet zelf heb gemaakt.’
Herken je dat? Mijn neefje is tien, maar bij veel volwassenen zie ik hetzelfde: we zijn perfect getraind om leerkansen af te blokken met spitsvondige argumenten.
Iets nieuws leren betekent hulp vragen, op je bek gaan en opnieuw beginnen. Maar je groeit ervan.
Om beter te presenteren moet je uit je comfort zone durven stappen. Haal het woord ‘maar’ uit je hersenpan. Je bent nooit te jong om te leren.