Tips voor presentaties met slides
Start met een wit blad
Een presentatie staat of valt met een goede voorbereiding. Maar hoe begin je er aan? Zoek eerst een antwoord op de basisvragen, werk vervolgens een duidelijke structuur uit en giet dan pas het geheel in een PowerPoint of andere presentatievorm. Begin nooit meteen te werken in PowerPoint voordat jouw structuur op punt staat.
Beter geen slides dan slechte slides
Slides zijn bedoeld om de mondelinge presentatie te ondersteunen. Soms zijn andere middelen geschikter, zoals een flip-over, een whiteboard of helemaal niets. Je gaat dus eerst na welk middel het meest geschikt is om je presentatie te brengen voor die specifieke situatie en dat publiek.
Slechte slides leiden het publiek af. Heb je geen tijd om goede slides uit te werken, breng dan een presentatie zonder slides. Besteed jouw tijd eerder aan een duidelijke mondelinge presentatie. Slides zijn niet essentieel, de mondelinge presentatie is dat wel!
Beperk tekst en illustraties tot de essentie
Onderzoek heeft aangetoond dat het voor toehoorders moeilijk is om informatie te verwerken als die informatie tegelijkertijd mondeling en in geschreven vorm wordt gepresenteerd (Garr Reynolds in PresentatieZen). Vermeld op de slides dus enkel de informatie die het publiek helpt om jouw boodschap te vatten. Stel de boodschap zoveel mogelijk visueel voor. Gebruik nooit meer dan 20 woorden per slide en het liefst niet meer dan zes.
Gebruik je illustraties of figuren, zorg er dan voor dat enkel de essentiële informatie verschijnt. Een grote grafiek waaruit je slechts één detail nodig hebt leidt de aandacht af. Wanneer je een foto gebruikt, zorg er dan voor dat de boodschap duidelijk is en niet verdwijnt in een zee van details. Let er steeds op dat de resolutie van foto’s of figuren voldoende groot is om te kunnen projecteren op een groot scherm.
Slides ≠ aantekeningen ≠ hand-outs
Veel presentatoren denken tijd uit te sparen door slides te maken die tegelijkertijd ook dienst doen als eigen spiekbriefje en als hand-outs voor het publiek. Het gevolg? Het publiek kan de presentatie moeilijk volgen, de spreker kijkt meer naar de slides dan naar het publiek en de hand-outs deugen niet. De drie functies vergen elk een ander middel. Gebruik voor hand-outs een volwaardige uitgeschreven tekst, die ook zonder de mondelinge presentatie duidelijk is. Hier geldt opnieuw: beter geen slides en hand-outs dan slechte.
1 idee per slide
Zorg ervoor dat elk punt dat je behandelt op een aparte slide staat. In plaats van louter te zeggen wat er op de slide staat, de what, vermeld je beter de so wath of waarom dat gegeven belangrijk is. Bv. in plaats van de figuurtitel ‘Overzicht vakantiebestemmingen van de Vlaming’ kun je beter schrijven ‘25% van alle Vlamingen trekt naar Frankrijk’ (je kiest dit steeds in functie van jouw boodschap).
Zorg voor leesbare tekst en afbeeldingen
Niets is zo frustrerend als teksten of afbeeldingen die onleesbaar zijn. Zorg er voor dat ook de personen op de achterste rij de tekst en afbeeldingen kunnen lezen. Gebruik voor de tekst minimaal lettergrootte 24.
Laat je zien en horen
Sta recht en spreek jouw publiek aan. Kijk zo weinig mogelijk naar je eigen slides. Verberg je niet achter een spreekgestoelte, maar sta bij voorkeur in het midden van de ruimte, voor het publiek. Gebruik een kleine afstandsbediening om de volgende slide op te roepen, zodat je niet steeds naar de computer moet gaan. Zorg ervoor dat je voor iedereen zichtbaar en verstaanbaar bent. Gebruik een micro wanneer jouw stem niet voldoende ver reikt of wanneer de ruimte groot is. Informeer vooraf steeds naar de ruimte waar je de presentatie moet geven en het aantal verwachte personen.
Oefen vooraf
Een goede presentatie vraagt veel voorbereiding en oefening. Hoe meer tijd je in de voorbereiding steekt, hoe beter het resultaat. Oefen voor de spiegel, de webcam, jouw partner of een collega.
Informeer vooraf hoeveel tijd je krijgt voor jouw presentatie. Respecteer die tijd. Slides overslaan of buiten de tijd gaan leidt tot ergernis bij de organisatoren en het publiek.