Templates: drie basisregels

Je kent ze wel, die presentatietemplates waarbij op elke slide het logo van de instelling staat, een kleurtje hier en een figuurtje daar.

noun_167263

Ik moet ze niet.

Ze voelen aan als een dwangbuis.

Ze zijn saai. Altijd dezelfde indeling, slide na slide. (geeuw)

En ze leiden de aandacht van het publiek af.

Gooi je de template van je instelling dan maar beter meteen overboord?

Nee, zo ver hoef je niet te gaan (ik wil geen doodsbedreigingen van boze communicatiediensten).

Ik pleit voor een minimale template, die de huisstijlelementen van je instelling bevat, zonder de boodschap uit je presentatie te overschaduwen.

Drie basisregels voor presentatietemplates:

1. Het gaat om het effect, niet de vorm

Slides dienen om jouw gesproken verhaal te ondersteunen. Op het einde van de presentatie moet het publiek jouw boodschap begrepen hebben. Hoe helderder en overtuigender jouw slides, hoe beter. Schrap dus alle elementen die de aandacht afleiden.

2. Instellingslogo’s horen thuis op de titel- en eindslide

De titel- en de eindslide uit de template behoud je, maar de andere vervang je door blanco slides, zonder slidenummering, de naam van het event of logo’s.

(We gaven eerder al de suggestie om als eerste slide beter niet je titelslide te gebruiken.)

3. Zorg voor eenvormigheid

Niet elke slide hoeft er hetzelfde uit te zien, maar zorg wel voor eenvormigheid. Dat doe je als volgt:

  • Gebruik het lettertype uit de huisstijl van je instelling

Let er wel op dat het lettertype standaard op de meeste computers staat, want anders bestaat het risico dat de letters verspringen (als de computer het lettertype niet kent, vervangt die het door een standaardlettertype).

  • Neem de huisstijlkleuren van je instelling over

Zorg ervoor dat het contrast tussen de kleur van de tekst en die van de achtergrond groot genoeg is, zodat de tekst goed leesbaar is, ook met een beamer die niet zo krachtig is.

  • Beperk het aantal tekengroottes

Alle tekst moet leesbaar zijn, ook voor de mensen achterin de zaal. Kies daarom een tekstgrootte van minimaal 24 punten. Voor tussentitels gebruik je bijvoorbeeld 36 punten en voor hoofdtitels 48 punten.

‘Maar we mogen niet afwijken van de template.’

Ik heb enkele jaren in Mexico gewoond, en daar is er een spreekwoord dat zegt: het is beter om je achteraf te excuseren dan vooraf toestemming te vragen.

Want vergeet niet: het gaat om het effect, niet de vorm.

Bij een sterke presentatie zal het logo van jouw instelling op de laatste slide meer schitteren dan alle logo’s op elke afzonderlijke slide samen.

(Foto homepage: Imagine Cup 2012, figuur: Projector Screen by Ahá-Soft, The Noun Project)