Kids doen onderzoekers beter presenteren
Op 8 mei 2015 vond de eerste editie van de Wetenschapsbattle plaats. Dan presenteren wetenschappers hun onderzoek aan lagereschoolkinderen. De leerlingen selecteerden vijf beresterke voorstellen uit 24 inzendingen.
‘Iets voor kinderen’, zal je denken. Ho! Wacht even. Het belangt ook jou aan. Wil je beter leren presenteren? Lees dan verder. Kinderen slagen er immers wonderwel in om onderzoekers uit hun comfortzone te lokken en hen helder en overtuigend te doen presenteren.
Wat mij erg verrast heeft is het enthousiasme, professionalisme en de creativiteit van zowel de onderzoekers als de kinderen. En de enorme ‘goesting’. Dat belooft voor 8 mei.
Wat leert het stemgedrag van de kinderen ons?
1. Gezondheid en techniek doen het goed
Drie van de vijf geselecteerde voorstellen hebben een link met gezondheid en twee met techniek.
Moet je dan medisch geschoold zijn om over gezondheid te spreken? Helemaal niet. Sara Vleminckx bestudeert wespen, maar linkt die aan ontstekingen. En het expertisedomein van Koen Van den Eeckhout is eigenlijk verlichting, maar hij gebruikt die om medicatie op te sporen.
En zelfs al is er vandaag nog geen link met gezondheid, misschien morgen wel. Dat weet ook Jeroen Peeters. Met zijn warmtecamera kunnen we zelfs kankercellen opsporen, schrijft hij. Meteen stijgt zijn onderzoek op de relevantieschaal.
2. Heldere taal
De gekozen voorstellen zijn helder geschreven, zonder vakjargon en in een vlotte stijl. Dat spreekt kinderen aan, maar werkt ook bij volwassenen.
Neem het voorstel van Hetty Helsmoortel over leukemie:
‘Ik onderzoek waarom bepaalde kinderen leukemie krijgen en andere helemaal niet. Daarvoor ga ik op zoek naar de slechteriken in het bloed van zieke kinderen. Dat doe ik door iets heel spectaculairs te doen: met onze machines duik ik helemaal in de bloedcellen van zieke én gezonde mensen om daar rond te neuzen. Mijn taak bestaat erin om de boosdoener te vinden. Niet altijd gemakkelijk, want meestal zit die héél goed verstopt! Wanneer ik hem uiteindelijk gevonden heb, zullen andere mensen medicijnen ontwikkelen om hem uit te schakelen en de kinderen te laten genezen.’
Ik daag je uit om jouw onderzoek zo helder en beeldend te beschrijven. Verkleuterend? Kan zijn, maar ik doe graag een test bij 100 volwassenen. Zeker weten dat iedereen de boodschap zal vatten. En daar gaat het toch om als je communiceert naar een breed publiek?
3. Zorg voor show (en kondig die ook aan)
Als je moet kiezen tussen verschillende presentatievoorstellen, dan wil je weten wat je te zien krijgt. Een interessant thema alleen is niet genoeg om te overtuigen. De onderzoekers die het hebben gehaald beschreven duidelijk welke show ze zullen brengen.
Zo kondigde Jeroen Peeters aan dat hij de kinderen zal tonen wat je allemaal met een warmtecamera kan zien: ‘Want je zal het niet weten, maar we laten allemaal een warmtespoor achter. (…) En als je gewoon wil weten hoe je met enkel je vinger in geheimschrift kan communiceren: dat laat ik jullie met plezier zien!’
Speel in op zaken die tot de verbeelding van je publiek spreken. Maak het zo concreet mogelijk, zodat de lezer zich kan inbeelden hoe verbluffend jouw presentatie zal zijn.
Kinderen zijn de beste coaches
Juf Inge van de basisschool Prins Boudewijn vertelde me dat de kinderen hun selectierol heel ernstig hebben opgenomen: ‘Ze zijn heel kritisch. Als ze het gevoel hebben dat iemand hen probeert te manipuleren om voor hen te stemmen, dan geven ze die minder punten.’
Bij elk van de vijf gekozen voorstellen stelden de kinderen bijkomende vragen om de onderzoekers voor te bereiden op hun presentatie. Zo wil een leerling het volgende weten over het onderzoek met de warmtecamera: ‘Kan je CO2 met een warmtecamera meten? Dat is toch ook warmte.’ Onderschat ze niet, die kinderen.
Ik sprak met de verschillende kinderteams die een rol zullen opnemen tijdens de Wetenschapsbattle. Eén van de kinderen stelde voor om scores te geven tussen 5 en 10. ‘Eigenlijk is het zoals een score van 1 tot 5, maar we vinden het te erg voor de sprekers om minder dan vijf te moeten geven.’ Fantastisch, toch? Dat idee zouden de scholen moeten oppikken wanneer ze de kinderen punten toekennen.
– – –
Einstein zei ooit: ‘Als je het niet uitgelegd krijgt aan een zesjarige, begrijp je het zelf niet.’ In de aanloop naar de Wetenschapsbattle krijgen de vijf sprekers nog een training om hen te helpen schitteren op het podium.
Meer info over de Wetenschapsbattle en hoe je als lagere school of wetenschapper kan deelnemen: www.wetenschapsbattle.be.