Een slide opbouwen in 4 stappen

‘Jullie tips zijn heel zinvol, maar als ik een presentatie uitwerk vind ik het toch moeilijk om te komen tot mooie slides. Kan je eens een blogartikel schrijven over hoe je dat precies doet?’

We kregen de vraag tijdens de Summer school wetenschapscommunicatie.

Handy Manny vs Bob the Builder by JD HancockHoog tijd dus om de tonen hoe je zelf een sterke slide maakt.

Als voorbeeld gebruik ik een bestaande slide, die we stap voor stap verbeteren. De auteur is Wouter Van Dooren, hoofddocent politieke wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen.

De slide ziet er zo uit:

Slide1
De oorspronkelijke slide

 

Laten we eerst eens nagaan wat er al goed is aan de slide.

 

1. Er is een inhoudsoverzicht

Vaak vergeten presentatoren om mee te geven waarover hun presentatie gaat en wat je als publiek mag verwachten. Deze slide geeft een helder overzicht.

2. De kracht van drie

De inhoud bestaat telkens uit drie onderdelen. Dat is erg overzichtelijk en geeft een dynamische indruk. Een inhoudstafel met 10 punten zou je meteen doen geeuwen.

3.  De inhoud prikkelt

De formule ‘probleem =>oplossing‘ is sterk. Het woord ‘mythes’ maakt me nieuwsgierig naar wat komt.

En ik ben ook blij dat er minder dan 20 woorden op de slide staan.

Hoe kunnen we de slide verbeteren?

We gaan in vier stappen overlopen hoe je tot een sterke slide komt.

Het is zinvol om er zelf ook één bij te nemen, zodat je die mee kunt herwerken.

1. Waarvoor dient mijn slide?

De eerste vraag die je jezelf stelt als je een slide opstelt of herwerkt is: wat wil ik bereiken van wie? Wat wil ik dat blijft hangen bij mijn publiek?

Deze slide dient om een overzicht te geven van de inhoud. Het publiek bestaat uit onderzoekers die vertrouwd zijn met bestuurskunde. Dat zit dus al goed.

2. Structuur

Hoe is de slide opgebouwd? Van mythes naar problemen en oplossingen.

Zoals ik al aangaf is het goed om van problemen naar oplossingen te gaan, maar ik zou de mythes ná de problemen en vóór de oplossingen plaatsen.

Dan krijg je het volgende verhaal:

  • Er zijn drie problemen binnen bestuurskunde.
  • In de zoektocht naar oplossingen stuiten we op heel wat mythes die we eerst ontkrachten.
  • Dan gaan we over naar de oplossingen.
Dia2
Na aanpassing van de structuur

 

3. Less is more: schrap het overbodige

We zijn geneigd om te veel op een slide te proppen. Daarom gaan we na of er overbodige elementen zijn die we kunnen schrappen.

Op deze slide is het woord ‘inhoud’ volgens mij niet noodzakelijk. Wanneer je de slide toont zeg je immers dat het gaat om de inhoud.

En wat met ‘bestuurskracht’? Nu komt het twee keer voor, in telkens lange samenstellingen die moeilijk leesbaar zijn. Ik zou het woord voorlopig weglaten

Het geheel is veel helderder door enkel de woorden ‘problemen’, ‘mythes’ en ‘oplossingen’ over te houden.

Bestuurskracht is het algemeen thema, dus die term kan je als titel gebruiken.

Dia3
We schrappen al het overbodige

 

4.     Design

Bij deze slide komt er niet veel design kijken, maar toch kunnen we een paar kleine ingrepen doen om het geheel aantrekkelijker te maken. De bullets laten we weg, want ze zijn overbodig.

En waarom vervangen we de ‘3’ voor elk punt niet door een grote ‘3’? Dat doe je door een nieuw tekstvak in te voegen met een grote ‘3’ en het vervolgens op de juiste plek te zetten (een tekstvak verschijnt standaard met een kader, die neem je weg door in Word bij ‘vorm opmaken’ te kiezen voor ‘geen lijn’).

Dia4
Het eindresultaat

 

Zo zie je dat je slide er door een paar eenvoudige ingrepen heel anders kan uitzien.

En nu is het aan jou.

 

(Foto: Handy Manny vs Bob the Builder by JD Hancock)